Gisteren werd bekend dat de Nobelprijs voor de literatuur dit jaar aan Mario Vargas Llosa is toegekend. De Peruaanse schrijver en oud-politicus wordt gezien als een van de invloedrijkste denkers van Latijns-Amerika. Tijdens een toespraak in New York liet hij weten bang te zijn dat er in deze tijd van ebooks en digitalisering ‘iets kostbaars verloren gaat’.
De 74-jarige schrijver krijgt de Nobelprijs voor zijn oeuvre, dat onder meer bestaat uit historische romans, detectives, theaterstukken en essays. De Zweedse Academie, de organisatie die de Nobelprijzen uitreikt, stelde dat de prijs aan Vargas Llosa is toegekend vanwege ‘de manier waarop hij machtsstructuren in kaart brengt en zijn scherpzinnige beelden van het verzet, de opstandigheid en de nederlaag van het individu.’
Vargas Llosa hoopt dat de nieuwe technologieën die in opkomst zijn niet leiden tot de banalisering van boeken. Hij onderkende dat zijn ‘geliefde wereld van woorden’ snel verandert. ‘Ik weet niet of ik daar blij mee ben. Mijn idee van een boek, is een papieren boek.’ Vargas Llosa hoopt dat de literatuur verbonden blijft met de ‘meest essentiële sociale en humane problemen’.
‘Ik denk dat er een gevaar is dat technologie de inhoud van boeken zal doen verarmen’, zei hij. ‘Maar dat hangt ook af van ons: als we willen dat literatuur blijft wat het was, is dat in onze handen.’ Volgens Vargas Llosa is goede literatuur ‘fundamenteel wanneer we in de toekomst in vrijheid willen leven’, omdat het ervoor zorgt dat mensen minder snel gemanipuleerd worden door de machthebbers.
(Via: AFP.)
