De diffusietheorie

Afgelopen zaterdag stond in de Volkskrant een interessant artikel van Jos de Haan over de diffusietheorie. Hierin wordt beschreven hoe de verspreiding van nieuwe apparaten verloopt.

De theorie omvat de vijf stadia in de cyclus van introductie naar algemene verspreiding, te weten bekendheid, verleiding, besluit, implementatie en bevestiging. In het eerste stadium speelt de groeiende bekendheid van het desbetreffende apparaat een grote rol. Zo dankt de mobiele telefoon zijn snelle verspreiding aan de zichtbaarheid ervan: iedereen liep met een mobieltje, voor iedereen zichtbaar, over straat. Op deze manier was de mobiele telefoon snel bekend en dat is belangrijk voor een doeltreffende verspreiding, die meestal wordt ingezet door mensen die goed geïnformeerd zijn. Daarna volgen nog vier stadia, die ik hier maar even achterwege laat.

Wat de mensen betreft, zijn er verschillende categorieën te onderscheiden. De eerste mensen (goed geïnformeerd, nieuwsgierig naar innovaties) die een nieuw apparaat aanschaffen worden de ‘vernieuwers’ genoemd, een relatief kleine groep die zo’n 2,5 % van het geheel beslaat. Daarna volgen de ‘vroege aanvaarders’ (13,5 %), ook een groep die er eerder bij is dan de grote bulk. De derde groep en de vierde groep zijn de ‘vroege en de late meerderheid’, samen goed voor bijna 70 %, ten slotte volgen de ‘achterblijvers’, toch nog 16 %.

Leuke vraag, zowel voor e-lezers als [url=http://www.froonakker.nl]e-schrijvers[/url], met betrekking tot de verspreiding van de ereader in Nederland: welke groep is volgens jullie op dit moment aan zet? Zitten we nog in de fase van de ‘vernieuwers’, of zijn we al een stapje verder?